TY - DATA T1 - Groningen, N355, Gemeente Groningen (Gr.). Een Archeologisch Bureauonderzoek. AU - R. Rap DO - 10.17026/DANS-XKT-MMK2 UR - https://archaeology.datastations.nl/citation?persistentId=doi:10.17026/dans-xkt-mmk2 AB - Er is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het tracé van de N355 (ook wel Friesestraatweg) tussen Nieuwklap en Groningen. De aanleiding is de aanleg van parallelwegen aan de noord- en zuidzijde van de weg en de aanleg van een tunnel ter hoogte van Slaperstil. Deze ingrepen betekenen een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het plangebied ligt in het Groningse kwelderlandschap. Sinds de ijzertijd (zie Appendix II voor dateringen) bouwden mensen hier nederzettingen op de kwelderwallen en andere natuurlijke hoogten in het landschap. Daarnaast verhoogden de bewoners hun woonplaatsen om afdoende beschermd te zijn tegen overstromingen. Zo ontstonden de wierden die karakteristiek zijn voor het kleilandschap in Groningen.Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel (KNA 4.1: LS05)Het plangebied heeft een hoge verwachting voor archeologische waarden uit de perioden ijzertijd t/m nieuwe tijd. Enerzijds is er een hoge verwachting voor de aanwezigheid van (reeds bekende) wierden, anderzijds voor bewoning buiten de wierden op eventueel aanwezige vegetatielagen. Deze waarden kunnen zich direct onder de bouwvoor bevinden. Archeologische indicatoren kunnen bestaan uit artefacten van aardewerk, bot, metaal en andere materiaalcategorieën. Eveneens kunnen grondsporen aanwezig zijn zoals greppels, paalgaten, waterkuilen en afdrukken van vee. Op enkele locaties in het plangebied zijn tijdens booronderzoek al wierdenlagen en vegetatielagen aangetroffen. Selectieadvies (KNA 4.1: VS07) door C. Tulp (senior KNA-archeoloog/KNA-prospector)Het voor dit bureauonderzoek opgestelde gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geeft geen reden om af te wijken van het huidige archeologische beleid. Wij adviseren daarom voor het plangebied een archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek (IVO-O). Hiermee kan de intactheid van de bodem worden bepaald en kan worden vastgesteld op welke diepte zich eventueel archeologische lagen bevinden. Op de reeds bekende wierden in het plangebied (Figuur 12: oranje zones) adviseren wij een waarderend booronderzoek om de gaafheid hiervan vast te stellen. In enkele delen van het plangebied is reeds een verkennend booronderzoek uitgevoerd (Figuur 12: gele zones). In deze delen adviseren wij geen verkennend booronderzoek, maar deze resultaten mee te nemen in het vervolgonderzoek voor het gehele plangebied. De gemeente Groningen moet bepalen of ze dit advies al dan niet overneemt. PY - 2019 PB - DANS Data Station Archaeology LA - nl ER -